Bouwwerf: Bartram & Sons, Sunderland (174)
Tonnage: 4189 brt
L x B x H: 128,78x14,12x9,02 m
Voortstuwing: Triple expansie 3 cil. ;enkele schroef; 2100 ipk
Snelheid: 10,5 knopen
Bemanning: 43
Gebouwd uit staal met één dek. Kon getuigd worden als een schoener en had een boegspriet met boegbeeld.
Te water gelaten op 10 mei 1899 en overgedragen op 23 juli van dat jaar aan de Neptune Steam Navigation Company uit Sunderland, Engeland, als de Ohio (4.006 Brt.). In 1903 werd elektrisch licht geïnstalleerd en in 1906 werden Furness Withy & Company de eigenaren toen zij de Neptune Line overnamen.
In maart 1909 verwierf de HAL een gedeelte van de Neptune Line en na overdracht werd het schip omgedoopt in Zaandijk (1). Ze begon haar eerste reis, van Rotterdam naar havens aan de noordoostkust van Amerika, op 31 juli 1909.
1916 Op 11 maart voer het schip, onder kapitein J. A. Hazewinkel, op een mijn nabij het lichtschip Kentish Rock, ten zuiden van Engeland. Het schip werd zwaar beschadigd de Theems op gesleept. Na het uitvoeren van noodreparaties in Gravesend vertrok het schip op 25 maart naar Rotterdam, begeleid door de sleepboot Roode Zee. Er waren twee maanden nodig om de mijnschade te herstellen.
(bron: Hoogendijk, J.H.; De Nederlandsche Koopvaardij in den Oorlogstijd; v. Holkema & Warendorf, Amsterdam 1930; pag. 99 - 106)
1917 Op reis van Rotterdam via Falmouth voor onderzoek naar Philadelphia werd de "Zaandyk" , onder kapitein Anton Dekema, op 22 februari, varend in konvooi met zes andere Nederlandse schepen, kort na het verlaten van Falmouth, op 30 mijl ten westen van Bishop Rock, in positie 49º52'NB en 07º00'WL aangehouden door de Duitse onderzeeboot U.21 en ondanks het vrijgeleide van de Duitse regering voor het konvooi moest de "Zaandyk" worden verlaten. De Duitsers hingen vervolgens bommen aan de zijden van het schip, die na het verlaten van het schip, in de avond van de 22e februari 1917 tot ontploffing werden gebracht. De "Zaandijk" bleef nog uren drijven en pas om 5.00 uur van de morgen van 23 februari 1917 zag men de lichten van het schip in de golven verdwijnen. Alle 39 opvarenden werden gered door de Britse patrouille-trawler HMS "White Friars".
Nederlands konvooi 22 februarie
In totaal zeven Nederlandse schepen werden op die dag tot zinken gebracht door dezelfde onderzeeboot, inclusief de "Noorderdyk" (1) kapitein Jacobus de Koning. De "Zaandyk" (4.189 brt) (kapitein J.A. Hazewinkel) werd getorpedeerd en later tot zinken gebracht met explosieven. De "Jacatra" (5.373 brt) werd in beslag genomen en getorpedeerd. De "Eemland" (3.770 brt) liet men zinken. De "Bandoeng" (5.851 brt) werd getorpedeerd. De "Noorderdyk" (7.166 brt), pikte de bemanning van de "Zaandyk" en van het Noorse ss "Normanna" (2.900 brt) op, maar werd later in beslag genomen en getorpedeerd, terwijl men de "Gaasterland (3.917 brt) onklaar maakte en liet zinken. De "Menado"(5.874brt) werd ook onklaar gemaakt, maar weigerde te zinken en ontsprong de dans!
Alle reddingsboten kwamen later veilig bij de Scilly eilanden aan.
De Duitse regering wees de protesten van de Nederlandse regering toe en een in Nederlands Indië liggend Duits vrachtschip werd aan de Holland-Amerika Lijn toegewezen, dat in 1920 onder dezelfde naam in de vaart kwam als "Zaandyk" (2)
Zusterschip: "Zijldyk" ( ex-"Runo")
Bronnen
Boer, G.J. de “125 jaar Holland Amerika Lijn”; uitg. De Alk, Alkmaar 1998; ISBN 90 6013 074 X
Dalkmann, H.A. en Schoonderbeek, A. “125 years of Holland America Line”; Edinburgh Pentland Press 1998
Herk, C. van “De Schepen van de Holland Amerika Lijn”, uitg. de Boer, Bussum 1981; ISBN 90 228 1863 2