Krantenberichten
Algemeen handelsblad 18-10-1939 en 19-10-1939
HOE DE „COURAGEOUS” ZONK ZAG MEN AAN BOORD VAN HET SS "VEENDAM"
Grootste gedeelte van de bemanning kwam om door verstikking in de op zee drijvende stookolie. — Hulpverleening mocht niet baten.
NEDERLANDSCH SCHIP HEEFT JOURNAAL VAN „COURAGEOUS” OPGEPIKT
(Van onzen correspondent) Rotterdam, 17 October.
Opvarenden van de „Veendam" van de Holland-Amerika-lijn hebben op 17 September de Courageous ten onder zien gaan. Aan boord van de “Veendam" hebben wij ook voor het eerst een aannemelijke verklaring gehoord, die officieele mededeelingen tot dusver niet hebben gebracht, hoe een zoo groot deel van de bemanning het leven heeft verloren. De meeste menschen zijn gestikt in de vijf centimeter dikke olielaag, die de golven bedekte. Zij zijn om het leven gekomen in de vieze, bruine laag stookolie of andere olie, wellicht olie voor de vliegtuigen, die de Courageous aan boord had. Binnen eenige minuten was het schip verdwenen.
De sobere gegevens uit het journaal van kapitein Abraham Filippo van de “Veendam” vormen de bron, waaraan wij deze lezing van het ten onder gaan van het Britsche vliegtuigmoederschip ontleenen.
De „Veendam", die onder kapitein Filippo op 9 September reeds uit New Vork was vertrokken, beleefde op deze reis niets bijzonders tot op Zondag 17 September. Des morgens had men aan boord het Engelsche s.s. „Kafiristan" zien torpedeeren op 375 zeemijlen ten Westen van het Kanaal. De „Veendam" was er op af gestoomd, doch de bemanning was reeds opgepikt door het ss „American Banker",
De reis werd voortgezet en dienzelfden Zondagmiddag kreeg men op 7 mijlen vooruit de „Courageous" in zicht, die opstoomde tezamen met drie kruisers. Twee bombardementsvliegtuigen vlogen over de „Veendam" en streken neer aan boord van de „Courageous", de tot vliegtuigmoederschip verbouwde slagkruiser.
Even later werd er rondom de „Courageous" een dicht rookgordijn getrokken. Kort daarop werd een ontploffing gehoord op de „Courageous" die, naar men op de „Veendam" onmiddellijk dacht, door een torpedo moest zijn veroorzaakt. Het groote schip ging onmiddellijk op zij liggen en stak daarna den voorsteven de lucht in. Binnen een paar minuten was er van het geweldige schip niets meer te zien. De golven hadden het verzwolgen.
Kapitein Filippo heeft onmiddellijk veertien sloepen te water gelaten om hulp te bieden doch het was helaas te laat. De heele zij was overdekt met olie, een laag van vijf cm dik. Het grootste deel van de bemanning moet in de olie gestikt zijn.
Het lot van den betaalmeester van de "Courageous", die nog levend in een sloep is gehaald, maakt het waarschijnlijk. De geredde man is onmiddellijk overgebracht naar de “Veendam”, waar de dokter hulp geboden heeft. Hij was echter door olie vergiftigd en kon niet meer in leven worden gehouden.
Het journaal van de „Courageous" is drijvende gevonden op de olielaag en verzegeld, om later aan bevoegde instanties ter hand te kunnen worden gesteld. Tegen den avond is de torpedojager de „Ivanhoe" langszij gekomen om den dank van de admiraliteit te betuigen voor de hulp, die de „Veendam" geboden had. Het Nederlandsche schip heeft de reis voortgezet naar de Downs, waar het 20 September is aangekomen. Het lijk van den betaalmeester van de „Courageous" en het journaal zijn daar afgegeven.
De Engelsche passagiers gingen daar van boord. Later konden ook de andere passagiers het schip verlaten en op eigen gelegenheid verder reizen. Vier October is de reis voortgezet naar Gravesend, vanwaar het schip verhaald is naar de Tilbury Docks waar 700 colli stukgoed, die als verdachte lading werden beschouwd zijn gelost. Alle patrijspoorten waren dichtgeplakt en er twinkelde geen enkel lichtje uit de passagiersverblijven, toen het schip vanavond te Rotterdam voor de kade kwam. Het waren uitsluitend leden van de bemanning, die de wal betraden, toen het schip was vastgelegd. De „Veendam" heeft 8000 ton graan aan boord, 4000 ton voor Rotterdam en 4000 ton voor Antwerpen en 1000 ton stukgoed voor Rotterdam en 200 voor Antwerpen.
Als de lading voor Nederland gelost is, vertrekt het schip Zaterdag of Zondag naar Antwerpen, om vandaar rechtstreeks naar New Vork te vertrekken. De meeste passagiers - 800 menschen kan de „Veendam" ongeveer meenemen — wachten in België op de boot.
Een aantal wordt nog uit Nederland daarheen gebracht om van Antwerpen af mee te varen. Het vervoer van gestrande Amerikanen loopt thans ten einde. Wel zijn er nog vele aanvragen voor het vervoer van emigranten, die ook reeds lang op scheepsgelegenheid wachten. Op het eiland Wight zal de „Veendam" op deze reis nog een aantal gestrande reizigers oppikken. Gisternamiddag om drie uur is het schip vrij gelaten en zonder verder wedervaren is het naar de Wilhelminakade te Rotterdam gestoomd waar het nu ligt tusschen de zooveel grootere „Statendam" en de „Westernland", die even groot is als de „Veendam". De „Westernland" heeft nog de graanelevator langszij liggen, die er het graan uitzuigt, dat de regeering van ons land in de Ver. Staten heeft gekocht.
Algemeen Handelsblad 19-10-1939
Algemeen Handelsblad. Woensdag 19 October 1939.
NEDERLANDSCH SCHIP HEEFT JOURNAAL VAN „COURAGEOUS” OPGEPIKT.
(Van onzen correspondent) Rotterdam, 17 October.
Opvarenden van de „Veendam" van de Holland—Amerika-lijn hebben op 17 September de Courageous ten onder zien gaan. Aan boord van de ,,Veendam" hebben wij ook voor het eerst een aannemelijke verklaring gehoord, die officieele mededeelingen tot dusver niet hebben gebracht, hoe een zoo groot deel van de bemanning het leven heeft verloren. De meeste menschen zijn gestikt in de vijf centimeter dikke olielaag, die de golven bedekte. Zij zijn om het leven gekomen in de vieze, bruine laag stookolie of andere olie, wellicht olie voor de vliegtuigen, die de Courageous aan boord had. Binnen eenige minuten was het schip verdwenen.
De sobere gegevens uit het journaal van kapitein Filippo van de Veendam vormen de bron, waaraan wij deze lezing van het ten onder gaan van het Britsche vliegtuig-moederschip ontleenen.
De „Veendam", die op 9 September reeds uit New York was vertrokken, beleefde op deze reis niets bijzonders tot op Zondag 17 September. Des morgens had men aan boord het Engelsche s.s. „Kafiristan" zien torpedeeren op 375 zeemijlen ten Westen van het Kanaal. De „Veendam" was er op af gestoomd, doch de bemanning was reeds opgepikt door het s.s. „American Banker",
De reis werd voortgezet en dien zelfden Zondagmiddag kreeg men op 7 mijlen vooruit de „Courageous" in zicht, die opstoomde tezamen met drie kruisers. Twee bombardementsvliegtuigen vlogen over de „Veendam" en streken neer aan boord van de „Courageous", de tot vliegtuigmoederschip verbouwde slagkruiser. Even later werd er rondom de „Courageous" een dicht rookgordijn getrokken.
Kort daarop werd een ontploffing gehoord op de „Courageous" die, naar men op de „Veendam" onmiddellijk dacht, door een torpedo moest zijn veroorzaakt. Het groote schip ging onmiddellijk op zij liggen en stak daarna den voorsteven de lucht in. Binnen een paar minuten was er van het geweldige schip niets meer te zien. De golven hadden het verzwolgen.
Kapitein Filipo heeft onmiddellijk veertien sloepen te water gelaten om hulp te bieden doch het was helaas te laat. De heele zij was overdekt met olie, een laag van vijf cm dik. Het grootste deel van de bemanning moet in de olie gestikt zijn.
Het lot van den betaalmeester van de ,,Courageous", die nog levend in een sloep is gehaald, maakt het waarschijnlijk. De geredde man is onmiddellijk overgebracht naar de Veendam, waar de dokter hulp geboden heeft. Hij was echter door olie vergiftigd en kon niet meer in leven worden gehouden.
Het journaal van de „Courageous" is drijvende gevonden op de olielaag en verzegeld, om later aan bevoegde instanties ter hand te kunnen worden gesteld.
Tegen den avond is het patrouillevaartuig „Ivanhoe" langszij gekomen om den dank van de admiraliteit te betuigen voor de hulp, die de „Veendam" geboden had. Het Nederlandsche schip heeft de reis voortgezet naar Duins, waar het 20 September is aangekomen. Het lijk van den betaalmeester van de „Courageous" en het journaal zijn daar afgegeven.
De Engelsche passagiers gingen daar van boord. Later konden ook de andere passagiers het schip verlaten en op eigen gelegenheid verder reizen. Vier October is de reis voortgezet naar Gravesend, vanwaar het schip verhaald is naar de Tilbury Docks waar 700 colli stukgoed, die als verdachte lading werden beschouwd zijn gelost.
Alle patrijspoorten waren dichtgeplakt en er twinkelde geen enkel lichtje uit de passagiersverblijven, toen het schip vanavond te Rotterdam voor de kade kwam. Het waren uitsluitend leden van de bemanning, die de wal betraden, toen het schip was vastgelegd. De „Veendam" heeft 8000 ton graan aan boord, 4000 ton voor Rotterdam en 4000 ton voor Antwerpen en 1000 ton stukgoed voor Rotterdam en 200 voor Antwerpen.
Via Antwerpen naar New York
Als de lading voor Nederland gelost is, vertrekt het schip Zaterdag of Zondag naar Antwerpen, om vandaar rechtstreeks naar New York te vertrekken. De meeste passagiers – 800 menschen kan de „Veendam" ongeveer meenemen – wachten in België op de boot. Een aantal wordt nog uit Nederland daarheen gebracht om van Antwerpen af mee te varen.
Het vervoer van gestrande Amerikanen loopt thans ten einde. Wel zijn er nog vele aanvragen voor het vervoer van emigranten, die ook reeds lang op scheepsgelegenheid wachten.
Op het eiland Wight zal de „Veendam" op deze reis nog een aantal gestrande reizigers oppikken.
Gisternamiddag 18 october om drie uur is het schip vrijgelaten en zonder verder wedervaren is het naar de Wilhelminakade te Rotterdam gestoomd waar het nu ligt tusschen de zooveel grootere „Statendam" en de „Westernland", die even groot is als de „Veendam". De „Westernland" heeft nog de graanelevator langszij liggen, die er het graan uitzuigt, dat de regeering van ons land in de Verenigde Staten heeft gekocht.